Hersenletsel heeft nu de volle aandacht in de sport
Nieuws

De jaren dat sportbonden hersenschade negeerden lijken voorbij. Alarmerend onderzoek stapelt zich op, in Engeland is een megarechtszaak op komst en op velden wordt getest met preventieve maatregelen.

rugby sport

Amsterdam. Voetballers die een mondbitje dragen met sensoren om de impact van klappen tegen hun hoofd te meten. Onafhankelijke neurologen die sportwedstrijden mogen stilleggen als ze op hun ‘VAR-scherm’ zien dat een speler mogelijk hersenschade heeft opgelopen. Een sneltest langs de zijlijn waarmee een arts kan zien of een speler een hersenschudding heeft.

Iets voor de toekomst? Nee, het is de realiteit. De jaren dat sportbonden het risico op hersenletsel negeerden en wegkeken bij alarmerend onderzoek naar het verband met ziektes als ALS, Parkinson en dementie lijken voorbij. Het onderwerp heeft momentum gekregen, zeker in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. En dat is zichtbaar, van laboratoria op universiteiten tot aan wedstrijden op het hoogste niveau.

Met de bitjes wordt getraind door Premier League-clubs. De sensoren verzenden informatie naar coaches en medische staf, zodat ze kunnen zien of een speler even rustig aan moet doen. In de hoogste American football-competitie, de NFL, werken nu bij élke wedstrijd dertig medische professionals. Onder hen zijn twee onafhankelijke neurologen, aan elke kant van het veld. Een derde neuroloog bestudeert televisiebeelden om te zien of spelers hoofdletsel oplopen. De hersenartsen hebben ook de bevoegdheid om een wedstrijd stil te laten leggen vanwege zorgen over een hersenschudding.

Zodra dat gebeurt, worden spelers getest door de aanwezige artsen – zij beslissen of diegene de wedstrijd mag hervatten. In de NFL daalde het aantal hersenschuddingen van 190 tot 142 per seizoen (tussen 2017 en afgelopen seizoen) – ook doordat bepaalde gevaarlijke tackles zijn verboden. Alan Sills, hoofd medische zaken bij de NFL, zei onlangs tegen The Guardian: „We zeggen niet dat we het probleem hebben opgelost. Maar er zijn zeker bepaalde botsingen waarvoor fans vroeger op de banken stonden, die we nu hebben verboden.”

De NFL is een voorloper in de bescherming van spelers tegen hersenletsel. Noodgedwongen, dat wel. In de Verenigde Staten is er sinds enkele jaren zorgwekkend onderzoek naar de hersenen van ex-footballspelers. Na hun overlijden werd bij honderden van hen ontdekt dat ze de hersenziekte CTE (chronische traumatische encefalopathie) hadden. Die ziekte, die alleen na het overlijden kan worden vastgesteld, kan leiden tot klachten die overeenkomen met dementie en is op termijn dodelijk.

Onderzoekers vermoeden dat er een verband is tussen de ziekte en klappen die spelers in het American football te verduren krijgen. De wetenschappelijke ontdekkingen hebben geleid tot rechtszaken in de Verenigde Staten, aangespannen door familieleden van de overleden sporters. Zij menen dat de NFL de spelers beter had moeten beschermen. De footballbond kocht de schade af door voor honderden miljoenen te schikken.

Link met ziekte ALS

Het onderzoek in de Verenigde Staten staat niet stil. Twee weken geleden nog werd een link gelegd tussen hersentrauma in de sport en de hersenziekte ALS, waaraan bijvoorbeeld de in 2019 overleden voetballer Fernando Ricksen leed. NFL-spelers hebben een vier keer zo grote kans om ALS te krijgen als de normale populatie, bleek uit bevindingen van Harvard University en het CTE-centrum van de Boston University, waarvoor bijna 20.000 NFL-spelers werden onderzocht. Hoe langer de sportcarrière, hoe groter de kans op ALS, schrijven de onderzoekers. Ann McKee, hoofd van de hersenbank in Boston, zei tegen CNN: „Het is inmiddels duidelijk dat jarenlange blootstelling aan klappen tegen het hoofd tijdens sport ervoor kan zorgen dat het menselijk brein op vele manieren wordt aangetast.”

Hersenletsel in de sport kan grofweg op twee manieren ontstaan. Eén: doordat een sporter zo’n harde klap krijgt dat het tot een hersenschudding leidt. Het is onomstotelijk bewezen dat dit schadelijk kan zijn, zeker als niet de juiste zorg volgt. Sportbonden zijn het er ook over eens dat spelers hiertegen beschermd moeten worden.

Lastiger is de tweede vorm: schade die kan ontstaan door steeds herhaalde klappen tegen het hoofd die te licht zijn voor een hersenschudding. Het is minder grijpbaar dan een hersenschudding. Want het kan veroorzaakt worden door botsingen, tackles, een val, een kopbal. De wetenschap is nog niet op het punt dat een direct verband kan worden aangetoond tussen repeterende impact op het hoofd en hersenziekte op latere leeftijd. Daarvoor zou eigenlijk een populatie van (ex-)sporters een leven lang gevolgd moeten worden. Toch is er zorgwekkend onderzoek dat op de gevaren wijst – research die door sportbonden moeilijk genegeerd kan worden.

De onderzoeken uit de VS, naar de hersenen van overleden footballspelers die CTE en ALS kregen, zijn daarvan het beste voorbeeld. Maar niet de enige. De University of South Wales bracht drie maanden geleden een onderzoek naar buiten waarbij één rugbyteam een jaar lang werd gevolgd. Uit tests bleek dat spelers binnen één seizoen al last hadden van een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Gevolg waren slechtere cognitieve prestaties, zoals het vermogen om iets te onthouden. Oorzaak waren de herhaalde klappen tegen het hoofd (en een enkele hersenschudding).

Schots onderzoek onder 8.000 profvoetballers en 23.000 anderen wees er in 2019 al op dat voetballers een 3,5 keer grotere kans hebben op dementie dan de gemiddelde populatie. Dit jaar ontdekte dezelfde onderzoeksgroep dat verdedigers, die veel koppen, zelfs een vijf keer hogere kans hebben op dementie dan gemiddeld. Bij keepers (die vrijwel nooit koppen) werd geen verhoogd risico vastgesteld.

In Groot-Brittannië zit de druk er inmiddels flink op. Een parlementaire onderzoekscommissie was in de zomer hard over de opstelling van sportbonden. „Ontelbaar” veel bonden hadden hun verantwoordelijkheid niet genomen, vond de commissie. Het leidde deze maand tot een tienpuntenplan van de overheid om sporters – in alle sporten – beter te beschermen tegen hersenletsel. Er moet bijvoorbeeld een standaard protocol komen voor de omgang met hersenletsel én meer onderzoek naar technologie om hersenschade eerder op te sporen, liefst meteen aan de rand van het veld.

Megarechtszaak in het rugby

De rugbybonden van Engeland en Wales maken zich tegelijkertijd op voor een rechtszaak die lijkt op die van de NFL in de Verenigde Staten. Vorig jaar begonnen negen toprugbyers in Groot-Brittannië een juridische procedure tegen hun bonden omdat ze het gevaar van hersenletsel zouden hebben genegeerd. Inmiddels hebben zich meer dan tweehonderd ex-rugbyers aangesloten bij de zaak – allemaal hebben ze in meer of mindere mate last van hersenletsel. Dat de zaak zo groot is geworden, wijst er niet alleen op dat véél rugbyers aan hersenletsel lijden, maar laat ook zien dat de zaak verstrekkende gevolgen kan hebben voor het rugby in Groot-Brittannië, en potentieel voor meer sporten in heel Europa. Werkelijke verandering – de dertig medici langs de lijn in het American football – begon in de VS óók met een dergelijke rechtszaak.

Ondanks de toegenomen aandacht wordt hersenletsel nog niet altijd als risico onderkend in de sport. Toen voetballer Cody Gakpo hard viel tijdens een wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Letland, in oktober, had hij duidelijke symptomen van een hersenschudding. Na de wedstrijd was hij duizelig en sprak hij verward. Maar de Engelse scheidsrechter legde – tegen alle voorschriften in – de wedstrijd niet stil. De Nederlandse voetbalbond KNVB schreef er een boze brief over aan de Europese bond UEFA – dit had niet gemogen.

Het komt in het voetbal nog altijd regelmatig voor dat spelers de wedstrijd hervatten na een botsing, maar daarna toch met hoofdklachten gewisseld moeten worden. Dat is gevaarlijk, onnodig en tegen de richtlijnen. Voetbalbonden UEFA en FIFA ondersteunen inmiddels – na aanvankelijke terughoudendheid – wel onderzoek naar hersenschade bij voetballers. In Engeland is bovendien een limiet op kopballen ingesteld tijdens trainingen voor amateurs én profs.

Het zijn uiteindelijk de verhalen van de sporters en hun familie die steeds weer duidelijk maken dat ingrijpen nodig is. Zoals het verhaal van Lindsey Jackson, weduwe van ex-NFL-speler Vincent Jackson. Hij werd in februari dood aangetroffen op zijn hotelkamer, vlak nadat zijn oude ploeggenoten van de Tampa Bay Buccaneers de Super Bowl wonnen.

De laatste jaren had haar man last van geheugenverlies en scherpe stemmingswisselingen, vertelde Lindsey aan The New York Times. Hij dronk te veel en had last van depressies. Na zijn dood werd Vincent Jackson gediagnosticeerd met CTE. Hij liet vier kinderen na, de jongste drie jaar en de oudste acht. Hij werd 38 jaar.

Door redacteur Enzo van Steenbergen NRC Handelsblad.
Bron: NRC.nl

Onze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Klik op 'Ik ga akkoord' om toestemming te geven voor het plaatsen van cookies. Lees meer over cookies